Terugdraaiende teller meter

Zonnepanelen blijven slimme investering, ook zonder terugdraaiende teller

Het Grondwettelijk Hof maakte een einde aan de terugdraaiende teller voor zonnepanelen. Bijna een half miljoen mensen zijn getroffen. Wat betekent dit voor jou?

Zonnepanelen als hoeksteen voor duurzame samenleving

De transitie maken naar koolstofvrije elektriciteit en onze economie verduurzamen: zonnepanelen spelen daar een cruciale rol in. Momenteel wordt slechts een fractie van het potentieel benut, want zijn nog vele daken waarop zonnepanelen gelegd kunnen worden.

De Vlaamse Regering voorziet in haar eigen Zonneplan 2025 een verdubbeling van het vermogen aan zonnepanelen tegen 2030. Vlaanderen wil dus sterk inzetten op zonnepanelen. Daar zijn veel burgers én veel daken voor nodig. Het grote gevaar? De overbelasting van het energienet.

Meer zonnepanelen en een digitale meter

Om zoveel extra zonnepanelen te plaatsen (en het net niet te overbelasten!) zet Vlaanderen in op de uitrol van de digitale meter. Met een digitale meter verdwijnt de terugdraaiende teller, en kan je precies opmeten wanneer je stroom verbruikt van het net en wanneer van je eigen zonnepanelen. 

Vlaanderen zou graag zien dat we de stroom die we zelf opwekken, ook op dat moment verbruiken. Dat heet zelfconsumptie. Het systeem is bedoeld om ons bewuster te doen omgaan met ons stroomverbruik en zo het energienet niet onnodig te belasten. 

De digitale teller is onvermijdelijk. Alle Vlamingen krijgen hun digitale meter ten laatste in 2029. Iedereen zal dus vroeg of laat moeten overstappen. En dat heeft gevolgen voor iedereen die zonnepanelen op zijn dak heeft. 

Het einde van het verdienmodel 

Tot eind vorig jaar maakte de terugdraaiende meter een belangrijk deel uit van het verdienmodel van huishoudens met zonnepanelen. Wekte je evenveel stroom op per jaar als dat je verbruikte, dan betaalde je enkel een prosumententarief. Je jaarlijkse energiekost was zo erg voorspelbaar, alsook je investering. 

Maar een digitale meter draait niet terug. Hij telt enkel bij en zakt niet, ook niet tot nul. Daarom besliste de Vlaamse Overheid eerder dat iedereen die investeerde in zonnepanelen tot eind 2020, nog maximaal vijftien jaar zou kunnen genieten van het voordeel van de terugdraaiende teller. Doordat je meter  “terugdraait” verdwijnt zo heel wat verbruikte stroom uit je factuur, en ontloop je handig een aantal taksen. Deze regeling werd door het Grondwettelijk Hof nu naar de prullenmand verwezen. Het Hof oordeelde dat Vlaanderen mensen met zonnepanelen op die manier onrechtmatig bevoordeelt. 

Betekent de nieuwe regeling een financieel verlies? Meestal niet. 

Heel wat mensen zien zo een zekere investering verdwijnen en voelen zich bekocht.

Toch hoeft het verdwijnen van de terugdraaiende tellers niet per se een financieel verlies te betekenen. De Vlaamse Energie Regulator (VREG) berekende dat de rekening voor zestig procent van de eigenaars van zonnepanelen zelfs lager kan uitvallen omdat het prosumententarief verdwijnt. Het wordt dus goedkoper, maar dit op voorwaarde dat je zo veel mogelijk je eigen energie verbruikt op het ogenblik dat die opgewekt wordt. Wie 35 procent van zijn opgewekte energie rechtstreeks verbruikt, kan zelfs winst maken.

Dit zou pas gelden vanaf volgend jaar als het capaciteitstarief in voege treedt. Op dit moment is dit nog geen beslist beleid.

De compensatie van 500 miljoen

Dat betekent evenwel dat die andere 40 procent van zonnepanelenbezitters sowieso wel verlies zullen maken eens er een digitale meter in huis  geplaatst wordt. Mensen met een warmtepomp zullen bijvoorbeeld dieper in de geldbuidel moeten tasten. Aan hen wordt door Vlaanderen een financiële compensatie beloofd die een rendement van 5 procent garandeert op de gemiddelde investering. 

Wel moet je zelf die compensatie aanvragen. Elk dossier wordt individueel bekeken, zodat de financiële compensatie niet hoger ligt dan 5 procent. Iedere PV-bezitter wordt zo gecompenseerd.

Toch een rendabele investering

Deze klucht zet zonnepanelen helaas onnodig in een slecht daglicht. Investeringen in zonnepanelen blijven nochtans interessant, ook al wordt de stroom anders verrekend zonder zo’n terugdraaiende teller. Voor de meeste gezinnen zal de terugverdientijd wat langer duren. Deze zal rond de tien jaar schommelen. Een betere belegging dan een spaarrekening.

Wie vandaag wil investeren in zonnepanelen, zal geen hinder ondervinden. Deze investeerders krijgen een vergoeding voor de stroom die ze op het net zetten via een premie. Je ontvangt 300 euro/kWp voor een fotovoltaïsche installatie met een vermogen tot 4 kWp en 450 euro/kWp voor een installatie van 4 tot 6 kWp. In totaal kan de premie dus oplopen tot 1.500 euro. Niet onbelangrijk om daarbij in het achterhoofd te houden: het premiebedrag verlaagt ieder jaar een beetje en verdwijnt mogelijks in 2024.

Een stralende toekomst voor zonnepanelen? 

Er is nog werk aan de winkel. Vlaanderen moet dringend het investeringsvertrouwen herstellen via een stabiele en duidelijke regeling voor hernieuwbare energie. Groene stroom verdient zichzelf terug, en investeringen in zonnepanelen blijven hoe dan ook interessant. Sterker nog, ze zijn broodnodig om onze klimaatdoelstellingen te halen en om een zonnige toekomst tegemoet te gaan. 

zonnepanelen op huis
Zonnepanelen nog steeds rendabel zonder terugdraaiende teller. Bron: The Spruce
Terugdraaiende teller zonnepanelen
Terugdraaiende teller voor zonnepanelen. Bron: zonnepanelenergie.be