Duurzame cocon in het hart van de stad

Interieurontwerper Martine Ceymeulen verhuisde van een plattelandshoeve naar een prachtig lage-energiehuis in hartje Mechelen.

Een onopvallend poortje in een Mechels straatje. Niets doet vermoeden dat achter het hek een idyllische rustplek schuilt. “Welkom op mijn eiland in het hart van de stad”, lacht bewoonster Martine Ceymeulen als ze de poort opendoet. “Iedereen loopt hier zomaar voorbij, maar dit is mijn paradijs. Ik woon hier ongelofelijk graag.” We wandelen door een steegje naar haar prachtige binnentuin. Haar zonnige achterhuis ligt goed verscholen achter een doodgewone rij woningen. “Ik hoor hier niets van de stadsgeluiden. Behalve de beiaard misschien. Het is hier rustig tussen het groen. Soms is het hier zelfs stiller dan toen ik op het platteland woonde. Hoewel dit maar een rijhuisje van nog geen 50 m² grondoppervlak is, voelt het toch ruim aan. Door het licht dat langs alle ramen binnenvalt, lijkt het wel een vrijstaande  woning. Ook al is het maar vier meter breed”, zegt ze. “Dat komt doordat de oorspronkelijke drie krotwoningen op het perceel ook zo smal waren. Ik moest die breedte aanhouden van de Dienst Stedenbouw.”

Energiezuinige technieken

Uiteraard tekende Martine zelf het plan voor haar vernieuwbouw uit. Ze koos voor een energiebewuste woning met bio-ecologische bouwmaterialen. In concreto: een houtskeletbouw, volledig luchtdicht geïsoleerd met papiervlokken. “Oké, houtskeletbouw is duurder dan een traditionele bouw in baksteen. Maar het bespaart je wel veel slijpwerk voor alle leidingen. En het is makkelijk te isoleren. De muren, het dak en de tussenvloer waren op één dag gevuld met papiervlokken. De douchewanden en de vloeren werkte ik zelf af met Mortex: een pleister op basis van kalk. Ideaal in combinatie met vloerverwarming. En lekker om op je sokken of blote voeten over te wandelen. Bovendien moet ik het, dankzij de oneffen look, niet dagelijks schoonmaken.” Het schrijnwerk is in hout en aluminium uitgevoerd. “De ramen waren prijzig, maar prachtig afgewerkt met driedubbel isolerend glas. Ik noem ze mijn Rolls-Royce”, lacht Martine. “De oriëntatie van het huis is perfect. De hele dag door is er zon: ’s morgens in de leefruimte, ’s avonds in de keuken. In de zomer warmt het huis daardoor nogal snel op. Voor ingebouwde zonwering was er geen budget meer. Maar met een overschotje parket timmerde ik aan de zuidkant een terras-overkapping. Die houdt de zon grotendeels tegen. En katoenen gordijnen doen de rest.” 

Minder brandstof

Martine koos bewust niet voor een passiefhuis maar wel voor een lage-energiewoning. Qua verbruik presteert die ook erg goed. “Ik betaal jaarlijks 360 euro voor gas en 300 euro voor elektriciteit. Dat is verwaarloosbaar, zeker in vergelijking met mijn vorige woning, een oude hoeve middenin de velden. Hoewel een deel werd vernieuwd en extra geïsoleerd, was die toch veel te groot. Bovendien had ik voor alle verplaatsingen de auto nodig. Dat is niet bepaald een duurzaam vervoermiddel. Hier in het centrum van Mechelen kan ik alles te voet of met de fiets doen. Zalig is dat. Ik verbruik nu twee derde minder benzine dan vroeger. Ik begrijp dat gezinnen met kinderen graag op de buiten wonen, puur voor het ruimtegevoel. Maar een ecologische keuze is dat niet. Kijk naar mijn woning: het is best mogelijk om comfortabel én aangenaam te wonen middenin de stad.”

Bekijk hier de fiche van het project zelf!