Isoleren met gras: hier deden ze het al

Bouwen midden de natuur: dat vraagt een grote verantwoordelijkheid. Een vakantiepark in de Ardennen toont hoe het kan.  Er werd gebruik gemaakt van plaatselijk hout als spar en lariks, en alle isolatie is lokaal en natuurlijk. Cellulose voor de vloer en grasvezel voor de muren en het dak. Sterker nog: dat gras wordt gewoon in de buurt gemaaid.

Het domein van Waillimont, in de Belgische provincie Luxemburg, is bezaaid met meer dan 15 hectare bossen en weiden. Een gedeelte is recreatiegebied. Om die rustige en natuurlijke setting niet te verstoren, werden er ecologische lodges gebouwd in harmonie met de omgeving. De houten chalets staan als lichte, elegante steltlopers aan een meer. Architect Franck Nannan legt uit: "We hebben deze opstelling gekozen om een warme en intieme sfeer te creëren. Tegelijk wilden we een eigentijdse en lichte toets toevoegen door te werken met strakke lijnen.” 

De ligging aan het water en tussen de bomen is een onmiskenbare troef, maar hier komt ook een grote verantwoordelijkheidbij kijken. Integratie in de omgeving is erg belangrijk, en de balans in de natuur mag niet verstoord worden. Architect Frank Nannan legt dan ook de nadruk op zelfvoorzienendheid. De gebouwen zijn zo ontworpen dat ze autonoom zijn op vlak van verbruik en afvalwaterbeheer, zodat hun ecologische voetafdruk minimaal blijft.

Ook op andere vlakken hebben de chalets een kleine ecologische voetafdruk. Duurzame materialen spelen de hoofdrol. Het hout dat gebruikt werd voor de chalets, komt van binnen een straal van 200 km. Sparrenhout voor het geraamte, larikshout voor de buitenbekleding, eikenhout voor de structuur van de terrassen en de steunen, douglasspar voor de zichtbare structuur van de entree met plat dak. Binnen in de hutten is de lambrisering van dennenhout. Voor de isolatie werden twee soorten natuurlijke materialen gebruikt, eveneens van Belgische makelij: geblazen cellulosewatten (papiervezels) voor de muren en vloeren en grasvezelplaten voor het dak.

Grasvezelplaten, ook wel Gramitherm genoemd, geraken steeds meer ingeburgerd in de bouwsector. Je vertrekt van een grondstof die voorhanden is, namelijk gemaaid gras uit de omgeving. De nuttige vezels worden in de isolatiematten gebruikt, het grassap wordt verwerkt in dierenvoeding. Zo wordt het gras quasi-volledig gevaloriseerd en is er geen afvalproduct meer over. Ook de keten van grondstof tot productie tot gebruik is erg klein, en de isolatiematten scoren erg goed qua ingebedde energie en milieu-invloed. Dankzij de opslag van CO2 dragen grasvezelplaten, net als heel wat andere ecologische isolatiematerialen, bij tot een vermindering van het broeikaseffect bovenop de energie-uitstoot die je bespaart door te isoleren.

De chalets van binnen. 

De lambdawaarde van 0,040 is vergelijkbaar met die van minerale wol. Ook kunnen de grasmatten - afhankelijk van de bouwconstructie - warmte van buitenaf helpen tegen te houden. Nu hittegolven steeds vaker de norm worden, kan dat erg interessant zijn om je huis koel te houden. 

De bouw van de chalets in Waillimont combineerden grasisolatie met prefabricage. Het terrein is niet makkelijk bereikbaar, en daarom werd er gewerkt met een volledige prefabricage van muren, buitenbekleding en binnenafwerking. Zelfs het buitenschrijnwerk en de grasisolatie werden prefab geplaatst. Een snelle, makkelijke en ecologische manier van bouwen met natuurlijke en lokale materialen: daar gaan we zeker nog meer van horen. 

 

Dit artikel is geschreven door de Ecobouwers-redactie, in samenwerking met Gramitherm. Wil je als professional zelf een duurzaam project, materiaal of dienst in de kijker zetten? Stuur je vraag gerust naar info [at] ecobouwers.be (info[at]ecobouwers[dot]be).