Code oranje water besparen

Code oranje: 25 tips om water te besparen

België kreunt steeds vaker onder de hitte. In afwachting van de verlossende plensbuien, is water besparen het enige logische bestrijdingsmiddel.

Algemeen

1. Spoor lekken op en dicht ze

Via een lekkende buis of kraan vloeien al gauw liters water weg. Je controleert eenvoudig op lekken door de meterstand te controleren voor en na een periode waarin je geen water verbruikt, bv. ‘s nachts. Zit er toch een verschil op? Dan zit je met een lek!

  • zichtbare lekken (bv. lekkende kraan of lekkende toiletpot) kan je zelf herstellen, of met de hulp van een loodgieter.
  • onzichtbare lekken (bv. in de muur, op straat, aan de hoofdkraan, etc.) vind je het snelst door de watergroep te contacteren voor een controleonderzoek. 

2. Gebruik regenwater

Om de planten water te geven, om de auto te wassen, om te poetsen, om het toilet door te spoelen, etc. Zet een emmer op het terras wanneer je dikke onweerswolken ziet samentrekken.

3. Vermijd watergebruik ‘s nachts

Geef de watermaatschappij de kans om de watertorens- en reservoirs opnieuw bij te vullen.

4. Installeer een regenwaterput

Als je nog geen regenwaterput hebt, kan je altijd wat offertes opvragen. Zorg ervoor dat je put wordt aangesloten op je toilet en je wasmachine. Je kan met regenwater ook poetsen, de tuin irrigeren of de auto wassen. 

5. Laat de overloop van je regenwaterput infiltreren

Zit je regenwaterput vol? Zorg er dan voor dat het overtollige water via de overloop niet afgevoerd wordt, maar dat het in de grond kan infiltreren. Hier let je best al op bij de installatie van de regenwaterput.

In de keuken

1. Plaats een kom in je gootsteen

En vang het water op dat je gebruikt om bv. de groenten te spoelen, je handen te wassen, etc. Daarmee kan je opnieuw je toilet doorspoelen of je planten water geven. Verzamel al het opgevangen water bv. in een emmer in de berging tot hij vol genoeg is.

2. Vang kookwater op

Giet het niet af, maar vang het op en gebruik het om je toilet mee door te spoelen.

3. Drink uit één glas per dag

In plaats van doorheen de dag verschillende glazen te gebruiken. Alle glazen moeten uiteindelijk worden afgewassen, en vaak blijven er restjes water of drank in staan die je achteraf moet weggooien. Beperk je per dag dus tot één glas.

In de badkamer

1. Wissel douches af met kattenwasjes 

Met een washandje, zeep en wat water kan je je wassen zonder te douchen. Bovendien verbruikt een wastafel-wasbeurt zo weinig (zo’n 3 liter) dat je het op hete dagen wel twee of drie keer kan doen. Een bad verbruikt trouwens gemiddeld 100 tot 150 liter drinkbaar water, wel drie keer zoveel als een douche (gemiddeld 40 liter). Neem je toch een bad, dan kan je altijd eens vragen of er vrijwilligers zijn om na jou ook in (hetzelfde) bad te gaan.

2. Gebruik een spaardouchekop

Simpel maar effectief. Met een spaardouchekop verbruik je gemiddeld vijf keer minder dan een bad. Er bestaan ook opzetstukken voor kranen om lucht toe te voegen aan het water: de druk blijft dezelfde, maar het debiet vermindert.

3. Vang koud doorloopwater op

En geef het aan de plantjes, of gebruik het om te poetsen, of om je toilet door te spoelen. Nog beter is om de afstand tussen je waterverwarmer en kraan zo kort mogelijk te houden, zodat het warme water snel op locatie is.

4. Douchetimer

Schaf een douchetimer aan en probeer je douchetijd te verkorten met één minuut. Die hards maken er een wedstrijdje van met het hele gezin.

5. Douchen met intervallen

Ook een heel efficiënte manier om water te besparen: zet de douche gewoon even uit tijdens het inzepen. Het is er warm genoeg voor!

6. Douche op de sportschool of op je werk

Of ze nu een automatische timer hebben of ze gewoon onaangenaam zijn door de verkalking van de douchekop: op de sportschool of op je werk douche je doorgaans een pak korter.

7. Kies een toilet met spaartoets

Heb je een ouder toilet zonder spaarfunctie? Neem dan een baksteen of volle waterfles en leg hem in je spoelbak. Zo spaar je bij elke spoelbeurt het volume van de baksteen of waterfles uit.

8. If it’s yellow let it mellow, if it’s brown flush it down. 

Een simpel plasje hoeft niet altijd meteen doorgespoeld te worden. Voor wie de kleur een beetje tegensteekt: hoe meer water je zelf drinkt, hoe transparanter je plasje.

9. Zet de kraan uit…

...tijdens het handen wassen of tanden poetsen.

10. Vul je vaatwasser en wasmachine

Tot ze helemaal vol zijn. Zo bespaar je ook op wasmiddel.

In de tuin

1. Plant bomen in je tuin

Bomen zorgen voor schaduw waardoor er minder vocht verdampt, temperen de temperatuur en nemen ook nog eens CO2 op.

2. Maai het gras niet of weinig

Hoe korter je gazon, hoe sneller het uitdroogt. Maai het dus niet of zelden, en zet de grasmaaier op de langste stand. Spreid het maaisel uit over je gazon om verdamping tegen te gaan. Heb je een moestuin? Bedek de grond van je moestuin dan met een dikke laag mulch. Onder mulch verstaan we allerlei verhakseld plantenafval: gras, bladeren, takken, enz. Dit imiteert de beschermingslaag in de vrije natuur. Ook onder planten en struiken die gewoon in de tuin staan werkt een mulchlaag uitstekend.

3. Sproei ‘s ochtends vroeg of ‘s avonds laat

Dan verdampt er minder water.

4. Sproei langer

Beter één keer per week een kwartier sproeien dan elke dag vijf minuten. Je moedigt je planten aan om dieper te wortelen, waardoor ze elk jaar droogtebestendiger worden.

5. Sproei niet

Je gazon heeft het in elk geval niet nodig. Na een fikse regenbui herstelt het gras zichzelf pijlsnel.

6. Laat het plonsbadje in het tuinhuis

Je gemeentelijk zwembad is toch een pak groter. Kijk zeker ook eens naar het overzicht met openbare zwemvijvers in Vlaanderen. Vaak inclusief strand!

7. Was je auto met emmers (of was hem niet)

Gebruik emmers in plaats van de tuinslang. Je bespaart er bijzonder veel water mee.

Bron: https://www.dewatergroep.be/nl-be/drinkwater/weetjes-en-tips/water-besparen