nachtventilatie in de praktijk

Het Ecobouwers forum is vernieuwd en verbeterd, daarom is deze discussie afgesloten. Je kunt hier niet meer reageren. Je kan deze vraag opnieuw stellen, of vragen aan de beheerder van Ecobouwers om deze discussie opnieuw te openen als een nieuwe vraag.

Er is al heel wat geschreven (ook op dit forum) over de noodzaak van nachtventilatie om oververhitting in de zomer te beperken of voorkomen. Maar ik stel mij toch een aantal concrete vragen daarrond.

* Wat heb je precies nodig voor voldoende nachtventilatie: aantal ramen/roosters dat open kan, volledig open of kipstand, is er een vuistregel van aantal cm² in funktie van bewoonbare oppervlakte?
* Doostroming is belangrijk. Als de luchtdoorvoer (trap) naar het verdiep in het midden van het huis zit, moet je dan openingen hebben aan 2 zijden van het huis?
* Bestaan er systemen die automatisatie van nachtventilatie mogelijk maken, andere van motors die kipstand van ramen sturen?
* Op PHP website kwam ik roosters van Renson tegen. Hoe ze dat bij PHP durven adverteren begrijp ik niet, want dat zijn gigantische koudebruggen. Bestaan er systemen die geen thermische ramp zijn in een passiefhuis?
* Welke te koelen oppervlakten zijn belangrijk in een houtskeletwoning met cellulose isolatie? De vloeropbouw met chape is de belangrijkste thermisch inerte massa. Houdt het daarmee op?
* Is passieve koeling van de chape (via BWW en koeling met VVW) evenwaardig aan nachtventilatie? Of schiet koeling via VVW te kort?

Dit zijn veel vragen, ik weet het. Al wie praktijkervaring of kennis over deelaspecten heeft wordt uitgenodigd om een reactie te plaatsen.

Alvast bedankt.

Mvg, Marc

Reacties

Marc,

 

je hebt hoge debieten nodig. Hoe je die levert maakt niet zoveel uit, dat mag met ramen op kipstand zijn, volledig opengaande ramen, dakkoepels,...

Vuistregels is altijd moeilijk want die zijn per definitie niet correct. Reken voor een degelijke nachtkoeling debieten van 5 à 10 vol/h. Minder kan natuurlijk ook maar is niet zo efficient.

Twee ramen tegen elkaar open werkt, maar enkel als er ook wind is. Meestal wordt er gebruik gemaakt van het 'stack' effect, dat is het effect dat warme lucht lichter is dan koude. Als je dan op het gelijkvloers en raam opent en bovenaan ook, heb je een natuurlijk debiet door de drukverschillen.

Vuistregel...: Een hoogteverschil van 6 meter tussen twee ramen van 1 m² geeft 2000 m³/h bij een dT van 4°C. Aangezien die dT door de nacht wijzigt begrijp je ook dat dit geen continu debiet is (bij 8°C heb je 3000 m³/h, bij 2°C 1500 m³/h). Als er op dat moment wind is kan dat noh helpen... of tegenwerken naargelang de windrichting.

Wat het effect is op het comfort is afhankelijk van je beschikbare massa. Dit is zeker moeilijk met de natte vinger te bepalen.

In de PHPP 2007 is er een tabblad om dat statisch te bereken (vaste dT, vaste windsnelheid). Dit geef je ergens een idee. In detail kan je dat enkel dynamisch berekenen.

Als er op verschillende hoogten in het gebouw een raam wordt geopend, moet er rekening gehouden worden met het 'neutraal drukvlak'. Dit is de hoogte waaronder alle openingen toevoer zijn en waarboven alle openingen als afvoer werken. Sommige openingen die te hoog staan durven dan wel eens als afvoer werken in plaats van als aanvoer.

Geert

 

 

 

Op de schouw moogt ge hier niet rekenen: die biedt meestal teveel weerstand voor grote debieten. Als er geen wind staat zijn het enkel de hoger gelegen vensters die de lucht naar buiten laten. Om een massa af te koelen hebt ge inderdaad zeer veel lucht nodig. Gesloten binnendeuren houden wel veel wind tegen.