Disturb: 'Durf afbreken en heropbouwen'

Het Ecobouwers forum is vernieuwd en verbeterd, daarom is deze discussie afgesloten. Je kunt hier niet meer reageren. Je kan deze vraag opnieuw stellen, of vragen aan de beheerder van Ecobouwers om deze discussie opnieuw te openen als een nieuwe vraag.

interessant discussievoer: Artikel uit de Brussel Deze Week 12/05

In de jaren 1960 en 1970 is er veel waardevol patrimonium afgebroken; volkswijken zijn met de grond gelijk gemaakt. Het heeft de Brusselaar getraumatiseerd achtergelaten. Die kiest sindsdien resoluut voor renovatie. Christophe Mercier van Disturb pleit voor een radicaal andere visie op de stad.

 

Het Planbureau verwacht dat er tussen nu en 2030 honderdvijftigduizend Brusselaars bijkomen. Brussel moet tegen dan vijftigduizend woningen bijbouwen, ofwel vijf miljoen vierkante meter. Omgerekend zijn dat vijfduizend bijkomende woningen per jaar. De overheden noch de privé-vastgoedmaatschappijen kunnen dat ritme halen.

 

De economische wet van vraag en aanbod doet zich voelen. De vastgoedprijzen stijgen naar ongekende hoogten. De bouw van sociale woningen en middenklassewoningen staat weliswaar ingepland, maar die plannen kunnen onmogelijk de groeiende vraag naar goedkope woningen volgen. Er is een marshallplan voor wonen nodig in Brussel. En het liefst zo snel mogelijk.
Wat ons hier interesseert, zijn niet de politieke en financiële klippen die genomen moeten worden, maar wel het bouwen zelf. Meer bepaald: waar gaan we bouwen?

 

Bouwgrond in handen van publieke overheden is een almaar schaarser goed. Het idee om van kantoorgebouwen woningen te maken, klinkt aanlokkelijk, maar vandaag wordt maximaal 45.000 vierkante meter kantoor per jaar tot woning omgevormd. Daarnaast impliceert de behoefte aan nieuwe woningen ook nieuwe scholen, meer openbaar vervoer, handel en diensten. Grondreserves in Brussel liggen vaak in zones die slecht bereikbaar zijn. Die zones ontsluiten en aanvullen met publieke woningen brengt kosten met zich mee.

 

Brussel moet verdichten, daarover zijn intussen de meeste waarnemers het eens. De densiteit van Brussel is drie keer minder hoog dan die van Parijs. Zelfs Sint-Joost, de dichtstbevolkte gemeente van Brussel, heeft minder inwoners dan sommige Parijse wijken.

 

Ook in de Brusselse gemeenten van de tweede gordel is steeds minder bouwgrond voorhanden. Bovendien is de bestaande context in die suburbane wijken weinig gunstig om te verdichten. Ze liggen ver van het centrum en in het groen, de bouwhoogte is er laag, het Not in my back­yard-syndroom steekt er geregeld de kop op,...

 

De stad heeft onmiskenbaar geleden in de periode van 1950 tot 1980. Hele volksbuurten zijn toen met de grond gelijkgemaakt en omgevormd tot monofunctionele kantoorwijken. Maar het trauma dat Brussel hieraan overhield, heeft tot een pervers effect geleid. De Brusselaar heeft zich vastgeklonken aan de vormgeving van het verleden. Nieuwe architecturale expressies in de openbare ruimte worden scheef bekeken. De stad is heilig verklaard, er mag niet aan geraakt worden. Renovatie is de norm, afbraak/heropbouw de uitzondering.

 

Het hele Brusselse premiestelsel van renovatie speelt hierop in. In andere steden staat het systeem van afbraak/heropbouw in het toekennen van premies voorop.

 

Brussel heeft vandaag het oudste vastgoedpark van Europa. In het faça­disme bereikt de hypocrisie haar toppunt. De stad opvatten als een decor van een burgerlijk, langvervlogen verleden zal de huisvestingsproblemen in Brussel niet oplossen.

 

De meeste Brusselse burgerhuizen zijn gebouwd tussen 1880 en 1920. Heel wat van die huizen zijn bijzondere getuigen van het verleden en moeten beschermd worden. Andere daarentegen zijn gebouwd volgens de standaarden van toen: geen funderingen, geen isolatie, mortel dat zand is geworden, gelijkvloerse verdiepingen met plafonds van vier meter hoog, repetitieve plafondlijsten in pleisterwerk. Vervolgens heeft men er snel-snel gebouwtjes bijgezet voor toilet en badkamer. Daarna is men die huizen gaan onderverdelen in appartementen.

 

De privétuinen in de binnenblokken, vaak afgescheiden door hoge muren, zijn eigendom geworden van geprivilegieerde enkelingen die een gelijkvloerse verdieping hebben kunnen kopen toen het nog betaalbaar was. En de anderen? Voor hen en hun kinderen rest er de straat: smal, gevaarlijk, vuil. Is dat de stad waar wij van dromen?

 

We breken een lans voor het sys­teem van afbraak/heropbouw. Dat schept heel wat nieuwe mogelijkheden. Met hun onwelvoeglijk hoge plafonds wordt er veel plaats verspild in de klassieke Brusselse burgerhuizen. Met een bouwhoogte van twaalf meter kun je bij afbraak/heropbouw dus gerust een verdieping toevoegen. Dat betekent een extra woning binnen hetzelfde bouwvolume.

 

Verdichten betekent niet noodzakelijk hoge woontorens bouwen. Toch is hoger bouwen ook een mogelijkheid. Als het goed doordacht wordt, kan dit alles voor een nieuwe wijk zorgen met meer licht, groene collectieve ruimtes, comfort voor iedereen en daarbovenop nieuwe woningen met échte funderingen en een optimale isolatie.

 

Het nieuwe Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling biedt een goede kans om de ruimtelijke ordening in de stad te herdenken. Het biedt de kans om oude, weinig opmerkelijke gebouwen te vervangen. Niet door kantoorgebouwen, maar door compacte en comfortabele woningen, goed ingericht, gemengd, verbonden met de rest van de stad en het land. De stad moet zichzelf opnieuw uitvinden. Anders riskeert ze een decor voor rijken en toeristen te worden.

------------------
Christophe Mercier is architect en initiatiefnemer van de denktank Disturb. De tekst verscheen eerder in een langere en Franse versie in het magazine Alert van Bral. Zie www.bralvzw.be
 

Reacties

Auw, wat overblijft aan erfgoed in Brussel afbreken? Ik mag er niet aan denken. Als een stad compact gegroeid is, dan is dat zo. Als ze dat niet is, dan is dat ook zo en moet je daar mee leven volgens mij.

 

Ik heb zelf geen band met Brussel, maar ik ben wel opgergroeid in de rand van Antwerpen, een halve stedeling dus. Daar ken ik de situatie en de sfeer zeer goed. Ik gruwel bij de gedachte dat ze de binnenstad of de oude wijken met herenhuizen in de rand (type Cogels Osylei) zouden aanpakken. Dat ademt de sfeer van een stad.

 

Ik kan me dus heel goed voorstellen dat de Brusselse stadsbewoner getraumatiseerd achtergebleven is na het platgooien van hele wijken ten voordele van al die nieuwe kantoortorens. Terecht. Laat wat er achtergebleven is. Dat sluit niet noodzakelijk uit dat je een achterbouw kan afbreken en iets nieuw bouwt in functie van de bestaande voorgevel. Dat is een tussenoplossing waar iedereen beter van kan worden. Je kan op die wijze natuurlijk geen stad herinrichten, wel de leefbaarheid en densiteit verhogen.

 

En als reactie op "Anders riskeert ze een decor voor rijken en toeristen te worden.":  Als de rand ontwikkeld en ontsloten wordt hoeft dat niet zo te zijn. Zoals gezegd, ik ben opgergroeid in een randgemeente van Antwrepen, maar ik heb genoten van het centrum, dat was me eigen. Daarvoor hoefde ik niet rijk te zijn en ik heb me ook nooit toerist gevoeld.

 

Is het de moeite waard om erfgoed te vernietigen om te kunnen concureren met steden als Parijs?

 

Mvg, Marc

Als men het particulier energieverbruik zal willen indijken zal men wel deze piste op moeten; als je slechts een deel van de nieuwbouwwoningen LEW of PH maakt, is dat slechts een druppel op een hete plaat - het energie-efficiënt maken van de stad is de grootste uitdaging. Dat daarbij nostalgie verloren gaat, zal de prijs zijn die men moet hiervoor betalen. Maar wie nostalgie wil behouden zal daar via zijn energierekening voor betalen. 

De vraag is natuurlijk hoe het woningbeleid dan weer negatief gaat spelen op de woningmarkt.

Waar hier heel zedig over gezwegen wordt is corruptie . Enkele politiekers hebben zich enorm verrijkt op kosten van anderen.

Deze misbruiken blijven bestaan. In elke stand elke gemeente worden nog steeds mensen onteigend " voor het algemeen nut".

Daarnaast inderdaad een " vraag en aanbod " probleem. meer huizen betekent meer inwoners in een stad die nu al kreunt .