oververhitting passief huis

Het Ecobouwers forum is vernieuwd en verbeterd, daarom is deze discussie afgesloten. Je kunt hier niet meer reageren. Je kan deze vraag opnieuw stellen, of vragen aan de beheerder van Ecobouwers om deze discussie opnieuw te openen als een nieuwe vraag.

Er is al enige tijd een discussie gaande over het wel of niet oververhitting in een passief huis.

Nu ik dit lees is het voor mij wel duidelijk, een passiefhuis is onderhevig aan oververhitting.

http://www.massiefpassief.be/userFiles/pdf/tabel%20nl.pdf

Reacties

Er wordt voortdurend van alles beweerd.

1. Die massiefpassief woning is men nog aan het bouwen
2. De HSB waarmee wordt vergeleken : is die al gebouwd ?
3. De temperatuurcurven, misschien voor de echte maand augustus, betreffen voor de massiefpassief woning dus slechts een simulatie. voor de HSB misschien ook dan
4. De simulatie is dan MISSCHIEN met gegevens die voor die woning slechts voorliggen mits aanname van sommige die nog niet gekend zijn : de luchtdichtheid die nog niet gekend is; de eigenschappen van het verwarmingssysteem dat er nog niet in zit.
5. Welk programma is dan voor dis simulatie gebruikt ?
6. Wie of wat voerde ze uit, of wie of wat is "Studium" (niet te vinden).

Teveel "misschien"s.

Wat zien we trouwens op die curven voor augustus, voor de massiefpassiewoning t.o.v. de HSB ?
Dat er, behalve bij beide een amplidudedemping t.o.v. de buitentemperatuur, voor de massiefpassief woning een kleinere dagschommeling is, en een faseverschuiving die t.o.v. de HSB gunstiger is in de eerste maandhelft, maar nadeliger in de tweede maandhelft.

Ja, Chathanky, je ziet oververhitting voor de massiefpassief woning en voor de HSB, en voor deze laatste het meest. En behalve één dag (11 augustus) tot een flink eind boven de buitentemperatuur. Hoe komt die ? Wat weten we over eventuele nachtventilatie ? Niets.
Wat weten we over de zonwering ? Ook niets.

Met zulk "studium" moeten ze ons vooral gerust laten.
Voor mij is er nog helemaal niets duidelijk, behave wat we op voorhand konden weten.

Rik

voorliggen voor de woning betreffen een simulatie Chathanky

chathanky

dit is eigenlijk wel grappig, wienerberger die absoluut z'n gelijk wil bewijzen en daarmee bewijst ze eigenlijk haar gebrek aan kennis van de materie.

ik wijk een beetje af - maar daar gaat deze studie over - maar deze discussie loopt al 30 of 40 jaar, en o.a. het PHI in darmstadt heeft behoorlijk wat monitoring gedaan, en daar werden geen aanmerkelijke verschillen vastgesteld tussen massief en HSB bij passiefhuizen.
wat ik in deze grafiek zie is dat de eerste helft van de maand de t° overdag in de hsb wat hoger is, maar 's nachts de verschillen op 6 dagen na heel miniem zijn en soms zelfs wat lager, en dat is belangrijk voor een goede nachtrust.
in de tweede helft van de maand is het in de HSB merkelijk aangenamer, terwijl het in de massieve bouw voortdurend boven de 25° blijft.
je zou natuurlijk een hele zomer moeten kunnen vergelijken, maar op het eerste zicht is de massieve bouw als passiefhuis gebuisd, alleen al in de maand augustus zit het massieve gebouw op 28 dagen van meer dan 25°, de grens voor certificatie van een passiefhuis ligt bij 10% (= 36 dagen) en daar zitten ze met de massieve bouw bijna aan op 1 maand.
de hsb zit met 8 dagen minder al iets minder dicht tegen de kritische grens.

maar als dit 2 echte passiefhuisprojecten zouden zijn, zitten ze echt wel slecht, en moeten in beide gevallen een aantal maatregelen getroffen worden om de oververhitting te temperen. en dat kan, duizenden passiefhuizen bewijzen dat.

hans d

Hans,

Hola maar ! De HSB zit een paar dagen minder boven de 28°C, maar op al die dagen dat die boven de massiefpassief woning zit is het dan ook tot 3 graden méér.

Maar dit zegt allemaal niets, omdat we uit zo'n grafiek zonder gegevens over de twee soorten woningen ook niets deugdelijks kunnen afleiden of vergelijken.
Hebben ze dezelfde % beglaasd/m²vloer, oriëntaties, zonwering, ventilatiesysteem en met of zonder AWW ?
Allemaal onbekenden.

Noem niet enkel Wienerberger, maar ook Recticel.
Al staat Wienerberger natuurlijk voor het "massief".

Nu was ik toevallig betrokken, niet voor die site en zijn inhoud, maar voor een onderbouwende studie omtrent het halen of evenaren van de PH standaard met spouwmuren mits goede isolatie.
Als er iets is dat duidelijk werd, is dat het feit dat je al de ter zake doende aspecten in aanmerking moet nemen.
En dat massief of niet daar slechts één van is, en op gebied van berekend verwarmingsenergieverbruik wel het minst belangrijke.
Het effect inzake oververhitting heb ik enkel maar bestudeerd volgens de EN ISO 13790 berekening, waarvan de PHPP berekening afwijkt.
Ik heb hier al ettelijke keren gevraagd waarom dat is, maar niemand antwoordt daarop.
Misschien weet jij het ?

Rik

Waar vind ik gegevens van PHI in Darmstad Hans?

Dat er weinig in deze link staat viel mij ook op, echter een temperatuursmeting lijkt mij niet het meest ingewikkelde. Verdere gegevens zijn idd karig.

rik

dat klopt, maar vooral overdag, 's nachts zitten ze veel dichter bij elkaar. ik weet hoe dat voor jou is, maar mij kan de dagt° niet zoveel schelen, 't is vooral 's nachts dat ik er last van heb en ik er m'n nachtrust bij inschiet.

waarom de phpp daarvan afwijkt weet ik ook niet, wat ik wel weet is dat de phpp een beetje uit ervaring gegroeid is en een aantal keren werd aangepast (verbeterd?).
je zou je natuurlijk ook kunnen afvragen waarom de EN ISO 13790 daarvan afwijkt, want als ik het juist heb dateert deze van 2004, de phpp bestond toen al een jaar of 2!

je weet dat de duitsers ook n iet altijd de europese normen volgen, en soms terecht. een voorbeeldje: in duitsland kregen materialen zoals OSB 2 lambdawaarden, eentje in de richting van de vezels, en eentje er dwars op, verschil een factor 2.2. de EN heeft dat verschil afgeschaft (alsof je fysische eigenschappen per wet, norm of decreet kan afschaffen!) en er 1 waarde voor genomen. maar uiteraard klopt dat van geen kanten, er is wel degelijk een verschil van 2.2 maar de EN lapt dat aan z'n laars!

chathanky

www.passiv.de

hans d

Hans,

Overdag inderdaad meer verschil, en 's nachts veel dichter bij elkaar. Maar verklaring daarvoor weten we niet, zonder gegevens.
En het is niet anders voor mij, want in meer dan 24°C kan ik ook niet slapen.
EN 13790 of voordien EN 832 waren ook al van 1991 bezig hoor. Daarom juist zou ik de reden of oorzaak van het verschil willen weten.

Rik

rik

ik heb daar geen idee van, maar ik denk dat die duitsers gewoontegetrouw hun eigen weg gaan, wat dat betreft hebben ze veel van de fransen! en feist was al met passiefhuis bezig eind jaren 80, al weet ik niet wanneer de phpp 'geboren' is.

wat die t°-verschillen betreft heb ik wel een mogelijke verklaring (beetje uit ervaring), doordat er veel minder massa is, kan je in een HSB veel sneller de t° naar beneden krijgen, die massa is een tweesnijdend zwaard. en dat blijkt ook duidelijk uit de grafieken.

groetjes
hans

Ik ben het met dat tweesnijdens zwaard eens, Hans
De (nachtellijkeà ventilatie snijdt echter nog veel meer.

Begin = 1986 (Feist)

Zum Hintergrund der Berechnungsverfahren PHPP 2007 :

Z"um Nachweis geeignet ist das PHPP-Verfahren, das ebenfalls auf der europäischen Norm EN 832 beruht und für welches Validierungen aus wissenschaftlich begleiteten Projekten vorliegen. Dieses Verfahren ermöglicht auch die Berechnung des Primärenergiebedarfs für Heizung, Warmwasser und Haushaltsstrom. In der Antragsphase ist jedoch häufig die Ausstattung mit Haushaltsgeräten noch nicht bekannt. Für den Fördernachweis wird daher analog zum EnEV-Primärenergiebedarf der Haushaltsstrom nicht berücksichtigt.

Als Grenzwert für den Jahresprimärenergiebedarf im Rahmen der Passivhaus-Förderung wurden wie beim KfW-Energiesparhaus 40 kWh/(m²a) angesetzt."

Dus, mensen : 40 kWh/m³vloer voor ruimteverwarming + ventilatoren + hulpenergie + warm tapwater

Maar dan snap ik nog steeds niet : indien wel naar EN 832 maar dan niet naar EN 13790 (wat hetzelfde is) : waarom wijkt dat dan af in de PHPP ?
Of is dan niet meer zo in PHPP 2007 ?
Iemand moet dat toch weten.

Rik

Bedoeld is :
< 40 kWh/m³vloer berekend primair energieverbruik
voor ruimteverwarming + ventilatoren + hulpenergie + warm tapwater

Dat kunnen we dan gaan vergelijken met een EPB uitkomst daarvoor, dus zonder vermenging met PV opbrengsten en/of verbruik van huishoudtoestellen.

rik

heb jou vraag aan jürgen schnieders van het PHI voorgelegd, en hij antwoord me als volgt:
<< soweit ich weiß, schätzt die EN 13790 die Übertemperaturhäufigkeit auf Grundlage der nicht nutzbaren freien Wärme, so hat das zumindest Rouvel mal vorgeschlagen. Das funktioniert aber überhaupt nicht, denn die Korrelation hängt vom Klima und vom Baustandard ab. >>

en feist schreef ook << das ebenfalls auf der europäischen Norm EN 832 beruht >> wat voor mij inhoud dat de phpp daar wel van afgekeken heeft, maar niet overgenomen, misschien is dat de verklaring?

hans

Hans,

Bedankt om het te hebben voorgelegd;

Maar << soweit ich weiß, schätzt die EN 13790 die Übertemperaturhäufigkeit auf Grundlage der nicht nutzbaren freien Wärme, so hat das zumindest Rouvel mal vorgeschlagen. Das funktioniert aber überhaupt nicht, denn die Korrelation hängt vom Klima und vom Baustandard ab. >>

Euh,'t is Roulet (niet Rouvel). En het gaat vooreerst niet om de Übertemperaturhäufigkeit maar om de berekende nettoe energiebehoefte voor verwarming (en koeling).

Bijgevolg slaat <<Das funktioniert aber überhaupt nicht, denn die Korrelation hängt vom Klima und vom Baustandard ab>> ook nergens op, al is het waar.
Maar het is niet zo dat EN 13790 dat niet doet. Zowel EN 13790 als PHPP houden rekening met het klimaat (binnen en buiten). Bovendien houdt EN 13790 juist wèl rekening met de "Baustandard", tenminste als men de thermische capaciteit daaronder rekent. Dat doet de PHPP juist NIET.

Die jürgen schnieders kletst dus maar wat uit zijn nek.

En als het over het verband tussen "overtemperatuur" (boven setpoint) en benuttingsgraad moet gaan :
Daarover gaat in EN ISO 13790 de annex I.4 Relation between overheating and gain utilization factor (heating mode).

Hoe is dat in de PHPP 2003 ? Dat staat daar volledig los van die benuttingsgraad en geeft inderdaad een soort correlatie, maar de goeie ouwe Méthode 2000 (1982 !) deed dat ook al, en misschien haalde Feist daar zijn mosterd, in 1986 of zo.

Ik ben dus niet onder de indruk.

Rik

Hans,

Langskomen doe ik wel eens, met iemand waarvoor ik de berekeningen maak.

Wetenschapper ben ook ik niet; toegepaste-wetenschapper wel, en weet graag wat en hoe iets doet wat men we wil doen toepassen.
Ik ken goed de betreffende normen en hoe de berekening daarmee is. En omdat ik zelf toepassingssoftware in Excel maakte zie ik heel goed hoe PHPP, EN ISO 13790 en EPB in de berekeningen van netto-energiebehoefte per maand en tenslotte per jaar (waarom het gaat voor die <15kWh/m².jaar bij passiefhuizen)verschillen geven wegens verschillen in gehanteerde waarden en maatsystemen (bvb ventilatie en infiltratie, en volgens binnen- en/of buitenafmetingen).
Die verschillen zijn uit de bepalingswijze zelf verklaarbaar en voorspelbaar, en daar gaat het dus niet om.
Het gaat erom dat PHPP de winstenbenuttingsfactor zonder onderscheid naar thermische capaciteit en tijdconstante bepaalt met vaste exponenten (5 en 6) van de winst/verlies verhouding, terwijl EN ISO 13790 en EPB er wèl rekening mee houdt door gebruik van exponenten die via de tijdconstante functie zijn van die thermische capaciteit.
En dat PHPP voor dat gemis geen verklaring geeft, maar een dooddoener zoals "meer massa maakt de netto energiebehoefte maar 3,5 % kleiner" (zie andere vraagstaart).

Nou, tot daar voor netto-energiebehoefte per jaar.

Maar dan voor de oververhitting :

" << ... Übertemperaturhäufigkeit maar om de berekende netto energiebehoefte voor verwarming (en koeling). >>
ok, maar je kan niet, wetende hoeveel energie je nodig hebt voor koeling, de overtemperatuur daaruit afleiden ? "

Dat is juist wat EN ISO 13790 doet, die (zoals ook EPB) met thermische capaciteit rekenden in de bepaling van de maandelijkse winstenbenuttingsfactor, logischerwijs met (1- winstenbenuttingsfactor) de "overtollige winsten" gebruiken om een "overtemperatuur" te vinden die dan ook al rekening houdt met thermische capaciteit.
PHPP deed dat al niet voor de winstenbenuttingsfactor, en moet dus voor de "overtemperatuur" een daarvan geheel los staande correlatiemethode gebruiken.
Het kan zijn dat die op zich betrouwbaarder is, maar ze verklaart beslist niet waarom de netto energiebehoefte bepaald wordt met vaste exponenten 5 en 6 van de winst/verlies verhouding, zonder met thermische capaciteit rekening te houden.

Hiermee heb ik dus een en ander verklaard, en PHP blijft me nog steeds het antwoord schuldig op mijn vraag.

Groetjes,

Rik

Rik,

weet jij waar ik de berekening van de oververhitting kan terugvinden? Alle informatie die ik tot nu toe vind, spreekt enkel over een bepaalde koellast, maar ik vind niet terug hoe er bvb rekening gehouden wordt met de thermische capaciteit...

mvg,

Toon

Toon,

Voor berekening van het te installeren koelvermogen kan inderdaad ook rekening worden gehouden met de thermische capaciteit.
Maar die berekening is niet hetzelfde als deze van netto-energiebehoefte voor verwaring/koeling.
Deze laatste is het voorwerp van EN ISO 13790 en wordt verricht per "thermische zone" in een gebouw, en voor de maandgemiddelde condities van temperatuur en zonnestraling.
Zie de bepalingswijze van de tijdconstante in EN 13790.
De andere berekening en norm (ik weet het nummer niet uit het hoofd) wordt in principe verricht per lokaal, opdat het daar te plaatsen koelvermogen het hoofd zou kunnen bieden aan de koellast die daar nodig kan zijn in de uiterste condities (zomerdag met veel zon, alle inwendige warmtelasten aanwezig).

Dus welke berekening van beide bedoel je ?

Rik

Toon,

Voor berekening van het te installeren koelvermogen kan inderdaad ook rekening worden gehouden met de thermische capaciteit.
Maar die berekening is niet hetzelfde als deze van netto-energiebehoefte voor verwaring/koeling.
Deze laatste is het voorwerp van EN ISO 13790 en wordt verricht per "thermische zone" in een gebouw, en voor de maandgemiddelde condities van temperatuur en zonnestraling.
Zie de bepalingswijze van de tijdconstante in EN 13790.
De andere berekening en norm (ik weet het nummer niet uit het hoofd) wordt in principe verricht per lokaal, opdat het daar te plaatsen koelvermogen het hoofd zou kunnen bieden aan de koellast die daar nodig kan zijn in de uiterste condities (zomerdag met veel zon, alle inwendige warmtelasten aanwezig).

Dus welke berekening van beide bedoel je ?

Rik

Rik,

Wat ik eigenlijk wil weten is hoe de epb-software dit bepaalt, hoe men daar rekening houdt met de thermische capaciteit. Ik dacht uit je vorige bericht begrepen te hebben dat de epb methode hier toch rekening mee houdt?

mvg,

Toon

Ondertussen heb ik het document gevonden dat dit beschrijft: http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/epb/doc/bijlage1epb.pdf .

mvg,

Toon

Toon,

Ja, dat doet de EPB geheel naar EN 13790. Zie p.40 in Bijlege I van het EPB besluit. Enkel is de indeling in "energiesectoren" (en ervoor gebruikte boomstructuur) volstrekt nutteloos, en zelfs strijdig met EN ISO 13790.

In de EPB-software kan je echter noch de tijdconstante zien noch de eruit volgende exponenten van de winst-verlies verhouding en de daaruit volgende winstenbenuttingsfactor en/of resulterende reductiefactor van de totale warmteoverdrachtcoëfficiënt, noch (het product daarvan met de warmteoverdrachtcoëfficiênt, =) de maandelijkse netto energiebehoefte voor ruimteverwarming, noch de uit energie- en systeemkeuzen (met hun rendementen) volgende energieverbruiksfactor waarmee die dan vermenigvuldigd wordt.
Je ziet er enkel de maandverbruiken voor verwarming, als einduitslagen. Je weet dus niet hoe of waarom dat ene volgt uit al het andere.
Het is zo transparant als modder en je leert er niets uit of krijgt nooit iets méér in de smiezen dan dat wtw en meer isolatie en luchtdichtheid goed zijn, maar je krijgt het nooit in de vingers.

Rik

En voor alle gebouwen die niet op pijlers boven de grond staan, is het bovendien zo verkeerd als de pest want in strijd met EN ISO 13370, omdat alle U-waarden verkeerd zijn voor de niet aan buitenlucht grenzende onderste vloer van het beschermd volume.
Het resultaat is een verkeerd K-peil en een nog veel meer verkeerd E-peil.
Bekijk het op mijn site www.rikvanrossen.be

Rik

Rik,

van de fouten ivm vloeren op volle grond was ik ook al enige tijd op de hoogte. Ik bereken ze dan ook zelf via het transmissie referentie document, wat inderdaad gunstigere waarden oplevert. Er zijn verder nog verschillende punten waarop ik de epb-software niet altijd logisch vind, maar goed, we moeten het er voorlopig mee doen. Maar wat extern beter berekend kan worden, tracht ik zoveel mogelijk te doen.

Ik heb trouwens een vraag over de overgangsweerstand tussen een vloer op volle grond en deze volle grond. In het referentiedocument wordt deze bij vloeren op volle grond geen eigen waarde toegekend. Gebruikt men daar de waarde voor warmtestroom neerwaarts van 0,04? Of is hier een andere waarde van toepassing?

mvg,

Toon

Toon,

Je vraag over de overgangsweerstand tussen een vloer op volle grond en die volle grond :

In het transmissiereferentiedocument wordt bij deze vloeren op volle grond inderdaad geen overgangsweerstand gerekend tussen de vloeropbouw en de grond. Zo hoort het ook, want
overgangsweerstanden zijn enkel te rekenen tussen een binnen- of buitenomgeving en een constructie (of geheel van constructie + grond).
Naar EN ISO 13370 is voor een vloer op volle grondde warmtetransmissie te berekenen tussen de binnenomgeving en de buitenomgeving, rekening houden met de demping van het grondmassief.
Aan de buitenkant is er tussen grond en buitenomgeving de overgangsweerstand Rse = 0,04 m²K/W , en aan de binnenkant tussen binnenomgeving en vloer de overgangsweerstand Rsi = 0,17 m²K/W voor neerwaartse warmtestroom.
Wat Crevits veel te laat in het Staatsblad kwakte met het transmissiereferentiedocument, is verkeerd.
Alleen de bepaling volgens de bijlage F daarvan (hetzij naar EN ISO 13370) is correct.
Het VEA rekenblad voor vloer op grond is correct voor een NIET ingegraven vloer die enkel van horizontale en NIET van verticale randisolatie voorzien is. Het is niet geldig voor andere gevallen.
Mijn rekenblad is voor ALLE gevallen, ingegraven en niet ingegraven, met of zonder verticale en/of horizontale randisolatie, en is dus voor alle gevallen correct.
En mijn rekenblad dient ook voor vloeren boven kruipruimte of onverwarmde kelders, en is helemaal naar EN ISO 13370 en dus ook correct.
Wat voor die vloeren in het transmissiereferentiedocument staat is volledig verkeerd en is alleen maar (laattijdig) het Staatsblad in gekwakt om aan de EPB software het grote gelijk toe te kennen (dat die nooit zal hebben), om aan de fouten erin niet te hoeven veranderen.

Meer uitleg over hoe de rekenwijze voor vloer op grond nu eigenlijk in mekaar zit, vind je in de volgende vraagstaart :
http://www.bondbeterleefmilieu.be/agora/view.php?bn=bbl_lag&key=1215609320&first=&last= ;
kijk naar i augustus.

Rik

@ hans d

Natuurlijk is er geen overgangsweerstand tussen de vloeropbouw en de aarde, want daar is contact en dus gewone geleiding.
Zie het antwoord aan Toon.

Bij een vloer boven (kruip)kelder is er aan die kant een overgangsweerstand van R = 0.17.
Maar daar houdt het niet op, want de warmtestroom gaat verder naar de bujitenomgeving via de kruip(kelder) en zijn omgevende constructies, en natuurlijk ook de grond onder de bodem van de (kruip)kelder; en de ventilatie van die ruimte speelt mee een rol.

Rik

Hans,
Maar misschien reken je wel nog steeds fout, als je behalve met de wartmeweerstand niet ook rekening houdt met A/P, de verhouding oppervlakte/buitenperimeter van de vloer.

Rik, welke is de aan te bevelen perimeter isolatiedikte in een onverwarmde serre van een LEW? Hoe diep moet je ze aanbrengen? Er staat een HSB( 22cm isolatiedikte)-wand op een snelbouwsteen, de isolatie wordt langs de buitenzijde van de snelbouw geplaatst(kant van de serre).
Mon

Dan ben ik toch juist aan het rekenen, ik volg immers de werkwijze beschreven in bijlage F.

Bedankt voor de verklaringen ivm overgangsweerstanden. Ik was inderdaad aan het veronderstellen dat deze er ook was bij overgang naar volle grond, wat uiteraard niet het geval is...

mvg,

Toon

Mon,
Onverwarmde serre = "AOR" buiten het beschermd volume en dus buiten de perimeter P van zijn vloer op grond.
Dat geval is dus niet voorzien of bedoeld met de eruropese norm.
Beschouw je de serre als zijnde bij het beschermd volume inbegrepen, dan ligt de perimeter P geheel buitenom het geheel, en is de verticale reandisolatie ook voor dat geheel te beschouwen.

Als je de serre echter als iets aparts (een aansluitende zone) beschouwt, zou je voor A/P slechts de oppervlakte en buitenperimeter voor de serre zelf nemen. Die verhouding zal dan klein zijn.
Bvb serre 3x8 m, aanliggend met 8 m. A=24 m² en P=14 m. A/P = 1,71 m.
Kijk dan in de tabel van slide 19 in http://www.rikvanrossen.be/resources/ec517ad893f8db97fc5b1668a552ff7be8959122/isolatiedagrvrfinal.pptm
Interpoleer dan (voor A/P = 1,71) tussen 1,5 en 2, in de kolom voor de thermische weerstand Rf die kenmerkend is voor de vloeropbouw van de serre.
Is Rf bijvoorbeeld 4 m²K/W, dan is de U-waarde 0,85 W/m²K.
Je ziet dat bij A/P < 2 (2,25 bij warmteweerstand 1,25 of minder) de ware U-waarde slechter is dan de EPB software steevast met U=1/(Rf + 1,17) als verkeerde uitkomst geeft en zich op de horizontale blauwe lijn situeert. Bij grotere A/P is de ware U-waarde beter dan de EPB-uitkomst.
Maar dit is allemaal zonder perimeterisolatie.
Bij perimeterisolatie is een rekenblad nodig (zoals ik er een maakte) dat voor randisolatie van horisontale breedte en/of verticale hoogte (met respectievelijke dikte en lambda) de toepasselijke vermindering in U-waarde geeft op de U-waarde zonder die randisolatie (dus op de waarden volgens de tabel).

Heb je de afmetingen van je serre en de warmteweerstand van haar vloer, dan kan ik je dus vertellen hoe hoog en hoe dik een verticale randisolatie met bepaalde lambda (bvb XPS) zou moeten zijn om een bepaald resultaat in U-waarde voor de vloer van die serre te bereiken.
Zonder die gegevens is dat niet mogelijk.

Rik

Toon,

Zeer goed om het te doen volgens de bijlage F (= volgens EN ISO 13370) van het Vlaamse transmissiereferentiedocument. Die bijlage F is dus de enige correcte manier.
Je kan daarmee bij een woning (en met 'directe invoer' in de EPB software) wel 1 tot 6 K-punten winnen, afhankelijk van haar configuratie en van het al dan niet gecombineerd gebruik van (bvb verticale) randisolatie.
En zoals ik al heb aangetoond, is de winst in E-peil dan nog groter. Des te groter wanneer de winst in K-peil al groter is, en des te groter ook in geval van wtw.

Weet dat het Brussels gewest geen transmissiereferentiedocument publiceerde en voor EPB aangifte geen enkele software verplicht heeft gesteld, zodat men er mag gebruiken wat men wil.

Rik

rik

weet ik eerlijk gezegd niet zeker (al vermoed ik van wel), ik kan niet in de formule's die m'n rekenprogramma gebruikt kijken, maar ik moet in elk geval wel de oppervlakte ingeven van de vloer die grenst aan de buitenwanden (zone 1m), en het programma zou volgens de maker ook in overeenstemming zijn met de NBN 62.002/03 (als ik me niet in de nr vergis).

hans

Hans,

Je hebt het dan over een rekenprogramma om vermogens te bepalen, als je spreekt over in te voeren oppervlakten van vloer op grond en daarin stroken van 1 m. breed langs buitenwanden. Dat is dan NBN B62-003 (1986) die nu ook in herziening gesteld is omdat die rekenwijze nu toch al enige jaren niet meer opgaat sinds al in 2003 de EN 13370 :2003 als Belgische norm werd geregistreerd en intussen zelfs (met ISO status) ook de EN ISO 13370 :2008 .

De rekenwijze met die randstroken en met grond op op 'veronderstelde temperatuur' geldt al bijna 5 jaar niet meer, want er moet met binnen/buiten temperatuurverschil worden gerekend en dan met een U-waarde die zelf de reductiefactor bevat voor het grondmassief waarmee onder (en eventueel naast) de vloer te rekenen valt.
Die berekening van die U-waarde naar EN ISO 13370 is opgenomen in de herziene NBN B62-002, en zal ook op te nemen zijn in NBN B32-003 die nu wordt herzien.

Ik vreesde al dat ik je slecht nieuws moest brengen.
Gooi dat stuk van je rekenprogramma maar weg.

Rik

Hans,

Wat hier in België daarvoor fatsoenlijk is weet ik niet, want warmteverliesberekening voor vermogensbepaling maak ik al jaren niet meer.
René en/of Chatganky gaven hier over een paar maanden eens een link naar een voorbeeldbereking van Brink, maar die vind ik niet meer terug. Ik weet dat het daar degelijk gebeurde en naar EN 12831 die daarvoor dient en waarnaar de herziening van NBN B62-003 zich eveneens zal moeten richten voor al hetgeen nà de bepaling van de U-waarden komt.
Maar ook die norm is in herziening.

Vraag het eens aan ATIC wat hier voor goed moet doorgaan.

Rik

BINK was het

"René en/of Chatganky gaven hier over een paar maanden eens een link naar een voorbeeldbereking van Brink"

http://www.binksoftware.nl/download/doc/bink-wv515357-rapportage.pdf

Deze bedoel je toch Grik?

Op de hoofpagina van de link vind je veel meer info Hans.

Bingo, Chathanky
Bedankt.

Hans,

et laatste nieuws (vorige maand) is dat de normcommissie die over die norm NBN B62-003 gaat, er zich nu mee bezig gaat houden. Het kan nog wel een jaar of twee duren eer er een nieuwe is : eerst herzien, dan publicatie ter kritiek, dan de opmerkingen verwerken, dan de definitieve publicatie.
Bij de herziening van NBN B62-002 zal het nu ruim 3 jaar zijn geweest tussen begin en definitieve publicatie.

Rik

Hans,

Misschien -dat is wel zeker- hebben die van NBN B62-003 eerst gewacht tot er duidelijkheid was over de nieuwe belgische norm NBN B62-002. Wel, die is er al een tijdje en de definitieve publicatie is nakend