balansventilatie merk,voor en nadelen?

Het Ecobouwers forum is vernieuwd en verbeterd, daarom is deze discussie afgesloten. Je kunt hier niet meer reageren. Je kan deze vraag opnieuw stellen, of vragen aan de beheerder van Ecobouwers om deze discussie opnieuw te openen als een nieuwe vraag.

Hallo, Heeft er iemand ervaring met bepaalde systemen van balansventilatie's met warmterecup? Merk enz.. Ben aan het overwegen om zo'n toestel te plaatsen, aangezien veel mensen spreken over energiebesparend omdat je niet zoveel warmte verliest door overbodige ventilatie door ramen of deuren. Zijn er ook nadelen verbonden aan zo'n toestel? Bedankt!

Reacties

Zonder doorgedreven luchtdichtheid is zo'n toestel zinloos.

merken:

Drexel+Weiss

Stork

Aerex

Stiebel Eltron

AEG

Nadelen: verbruikt energie (weliswaar niet erg veel), maakt beetje lawaai, benodigt leidingen en de installatie ervan is dus vaak ingrijpend.

Er zijn nog vele andere merken, zoek eens in het archief. Er komen ook constant nieuwe fabrikanten op de markt omdat zo'n toestel eigenlijk, qua techniek, niet veel voorstelt. Reken op zo'n 2000€ voor het toestel alleen.

Heb je al voldoende isolatie geplaatst joachim? Er zijn er hier op het forum met een gasfactuur van een 3 à 400 €, zónder balansventilatie. Hoe kan zo'n toestal dán nog energiebesparend zijn (los van het feit dat het toch nog aanzienlijk wat elektriciteit verbruikt bij -aangeraden overigens - 7/24 regime). Reken op 5000 € minimum voor een degelijk geplaatste (minimum) installatie met ongecontroleerde (niet -vraaggestuurde en dus omgevingsafhankelijke) sturing).

Nils,
hoe of op welke manier weet je als je een perfecte luchtdichtheid hebt.

Jan,
voldoende isolatie?

Het is een huis van rond de jaren '65 volledig gerenoveerd, spouwmuur is opgespoten en plafond zijn geissoleerd, maar ik zit met enorm veel open leef ruimten en volgens mij geraak ik zeker niet aan 3a400 euro maar eerder aan 1000

Luchtdichtheid testen? als Nils mij niet voor is: Blowerdoor -test (google maar of gebruik de zoekfunctie hierboven). Nils heeft overschot van gelijk: Als je woning onvoldoende luchtdicht is, is een balansventilatie weggesmeten geld. Ikzelf heb er ook geen, omdat het renovatietechnisch véél te duur zou geweest zijn er één te installeren, en ik er net als velen de investering nooit zou uithalen, net omdat er iets meer € dan normaal in isolatie gestoken werd, waardoor de stookfactuur zeer berperkt wordt en een eventuele balansventilatie in geen 50 jaar terugverdiend wordt. Wél systeem C uiteraard,

Sinds maart dit jaar wonen we in een nieuw huis met balansventilatie Orcon. We zijn zeer tevreden, maar het is toch tijdens de winter dat dit systeem zijn nut zal moeten bewijzen. In de zomer kan men gerust vensters en deuren openen, de ventilatie blijft correct werken,(er gaat evenveel lucht naar buiten langs het venster als er binnenkomt). Ik geloof niet dat de luchtdichtheid zulke grote rol speelt, want de drukverschillen vanwege de ventilatie liggen (meestal) hoger dan het drukverschil vanwege de wind op de tegenovereenstaande gevels. Gelijk als met systeem C hoeft men niet maximaal volgens de normen te ventileren: naargelang de bezetting van het huis (25 m³ verse lucht per uur en per persoon) komt men gemakkelijk toe met minder dan de helft van de normdebieten Met gelijkstroomventilatoren met 3 snelheden heeft men dan minder elektriciteitsverbruik, en met systeem C smijt men minder warmte naar buiten. Ik ben er ook van overtuigd dat vraaggestuurd ventileren in afzonderlijke plaatsen (W.C., badkamer) met één centrale afzuigventilator nooit correct kan werken: het kleiner debiet in de badkamer wordt bijna volledig gecompenseerd door een hoger debiet in de andere vertrekken.

"Ik geloof niet dat de luchtdichtheid zulke grote rol speelt, want de drukverschillen vanwege de ventilatie liggen (meestal) hoger dan het drukverschil vanwege de wind op de tegenovereenstaande gevels."
Wat bedoel je nu precies?
Het zal de binnenlucht worst wezen hoe de drukverschillen opgewekt worden: als er een lek is in de schil gaat er een luchtsroming ontstaan en dus energieverlies (ofwel koude naar binnen, of warmte naar buiten). De schil moet potdicht anders werkt de wtw niet optimaal. Denk er ook aan dat er zelfs op een windstille dag een drukgradiënt aanwezig is in elke woning. Warme lucht stijgt en creert daar een overdruk en lekt weg via dak en zo (daarom dak isoleren...), tegelijk wordt er beneden een kleine onderdruk opgebouwd die koude lucht binnentrekt via de lekken, dit heet "stratifiëring van de lucht". Met of zonder balansventilatie doet er zelfs niet toe want een balansventilatie creert per definitie GEEN drukvershil met de buitenlucht en heeft dus GEEN invloed op infiltratiedebieten (in theorie toch, hierover zullen de meningen wel uiteen lopen maar ver van de waarheid zal het wel niet liggen). De wtw kan maar optimaal werken als de lucht die over de warmtewisselaar gaat wel degelijk warme (zo warm mogelijk) binnenlucht is en niet vermengd is met koude infiltratielucht (die de temperatuur doet dalen en daarmee ook de efficiëntie).
Er werd al veel onderzoek gedaan naar de minimale luchtdichtheid die nodig is om de installatie van een wtw te kunnen rechtvaardigen. Niemand is het erover eens maar we kunnen met zekerheid stellen dat het boven de 4 (n50) zinloos is.

Nils,

"stratifiëring van de lucht" is iets anders en heeft niet direct te maken met ventilatie of infiltratie, maar met convectie hetzij manier van verwarmen.

"Balansventilatie creëert per definitie GEEN drukverschil met de buitenlucht" is juist,
en de rest ook allemaal.

Voor een goed wtw rendement moet n50 < 3/h zijn (daar is men het redelijk over eens) en dus ligt je "n50 < 4/h" dicht bij de waarheid.
Bedenk dat n50 < 3/h door 20 te delen in voor het 'ware' infiltratievoud 0,15/h als uiterste bovengrens voor dat goed wtw rendement.

Rik

De nominale debieten bij ventilatiesysteem A moeten kunnen worden gerealiseerd bij een drukverschil van 2 Pa. Elektronisch gestuurde gelijkstroomventilatoren met constant debiet hebben een zeer steile curve met over- of onderdrukken tot 100 Pa.In de gemeenschappelijke delen (gangen) worden de aangeblazen overdruk en de aangezogen onderdruk geëgaliseerd. Daar is absoluut geen garantie dat dit gemeenschappelijk drukniveau gelijk is aan de buitendruk. Als de blazende ventilator iets sterker is (twee ventilatoren zijn nooit identiek), zal er een overdruk heersen, en andersom. Het systeem zal zo ook wel werken!

Pierre,

ik vergat Nils' "in theorie toch", bij "geen drukverschil met balansventilatie".

Het is echer normaal dat de "geëgaliseerde druk" binnenin de woning niet gelijk is aan "de buitendruk".
Want waar zouden we die buitendruk moeten zoeken, aangezien aan loefzijde overdruk en aan lijzijde onderdruk heerst ?

Wat in 'balansventilatie' door het duo ventilatoren binnenin teweeggebracht wordt en dat zowel naar overdruk of naar onderdruk kan neigen, zal inderdaad het systeem ook zo wel laten werken. Maar als men het voor het kiezen zou hebben : overdruk liefst.

Nu ben ik toch eens benieuwd wat er zal gezegd worden van het volgende, dat van een heel andere inhoud en strekking is dan wat van PHP-kant over de nogal extreme n50<0,6/h eis van luchtdichtheid (lucht-ondoorlatendheid) gezegd is :

http://www.isso.nl/software/I-4-1.htm

toepasbaarheid ventilatiesystemen :

Bij mechanische afvoer en een te kleine luchtdoorlatendheid zal het verschil tussen de buiten- en binnenluchtdruk te groot zijn waardoor tocht, geluidhinder en schade aan het ventilatiesysteem kan ontstaan. Derhalve mogen in verband met het functioneren van ventilatiesystemen met mechanische afzuiging én om ook bij afwezigheid van bewoners geen onaanvaardbare situatie te laten ontstaan de minimale waarden voor de luchtdoorlatendheid (qv;10) van de omhulling van een gebouw, zoals aangegeven in onderstaande grafiek, niet worden onderschreden. In verband met beperking van energieverliezen moet de luchtdoorlatendheid van de omhulling van een gebouw tussen de in de grafiek aangegeven minimum en maximum waarden liggen:

Globale indicatie toepasbaarheid ventilatiesystemen als functie van de luchtdichtheid (Bron: Techniek inventarisatie ventilatie).

Rik,

Dat laatste is irrelevant en daar zal bij PHPP niemand van wakker liggen want het gaat over een systeem met mechanische afvoer en natuurlijke aanvoer. Het probleem stelt zich dus niet in een huis met balansventilatie.

Met stratifiëring bedoelde ik eigenlijk gewoon de temperatuursgradiënt die ontstaat in een gaslichaam in rust. Op zich heeft dit niks te maken met in-en exfiltratie maar de resulterende drukgradiënt (en dus lekken) zijn er wel de oorzaak van.

Kun je me vertellen van waar je die n50<3 hebt gehaald? Ik zoek namelijk een wetenschappelijk werk dat deze limiet bespreekt. Het mag gerust van academisch niveau zijn en/of in het Duits.

Nils,

In dezelfde grafiek staat als minimum luchtdichtheid bij balansventilatie 25 dm3/s op gebouwnivo(90 m3/hr).

Alvorens voor 3 weken in verlof te gaan wil ik mijn redenering nog eens nader uitleggen. De opvoerhoogte van een ventilator h = RQ² (R = weerstand van het circuit, Q het luchtdebiet). Het drukniveau in het luchtcircuit gaat van h1 naar h0 (druk in de gemeenschappelijke gang) en zo naar -h2. Als het debiet van ventilator 1 enkele m³ hoger ligt dan Q2 dan zal h0 zich automatisch hoger instellen dan de buitendruk om de overtollige m³ kwijt te geraken (h1 vergroot op de steile werkingscurve). In het ander geval zal h0 in lichte onderdruk komen om de ontbrekende m³ van buiten aan te zuigen. Indien de wind binnen in het huis een overdruk opwekt die nog meer lucht naar de aanzuigventilator zal brengen, zal de elektronische regeling van V2 het te grote debiet verminderen en tevens h2 doen zakken. De druk h0 zal dus met eenzelfde waarde verhogen en zo de winddruk tegenwerken. De aangezogen hoeveelheid buitenlucht zal steeds minimaal blijven.
Indien men twee tegenoverstaande vensters opent is de kans groot dat er, naargelang de windsterkte, een onafhankelijke dwarsluchtstroom ontstaat, echter zonder invloed op de balansventilatie. In de winter zal dit wel niet de bedoeling zijn. Hetzelfde gebeurt natuurlijk wanneer men de dampkap aanzet en men voor haar goede werking een venster moet openen.
Als we spreken van de blowerproef moeten we niet vergeten dat de lucht hier bij 50 Pa langs 4 gevels en langs het dak wordt uitgeblazen. In werkelijkheid oefent de wind druk uit op slechts 1 gevel, en een lichte onderdruk op de andere gevel. Duitsland zweert bij de extreme normen voor luchtdichtheid, maar persoonlijk zie ik het nut ervan niet in bij balansventilatie.

Nils,

Er staat daar :
"...én om ook bij afwezigheid van bewoners geen onaanvaardbare situatie te laten ontstaan".
Ook wie balansventilatie heeft zet die wel af als er naast de planten geen levend wezen in huis blijft.

@ "Met stratifiëring bedoelde ik eigenlijk gewoon de temperatuursgradiënt die ontstaat in een gaslichaam in rust. Op zich heeft dit niks te maken met in-en exfiltratie maar de resulterende drukgradiënt (en dus lekken) zijn er wel de oorzaak van." :

Statifiëring is één zaak, het schoorsteeneffect een andere. Van in-/exfiltratie is het schoorsteeneffect een gevolg, niet een oorzaak. Als er geen lekken of in-/exfiltratie zijn, dan ook geen schoorsteeneffect.
Stratifiëring (stratificatie = in thermiek meer gangbare naam, maar misschien belgicisme) is temperatuurgelaagdheid en onstaat door opwarming van lucht (eender welke oorzaak) in een afgesloten ruimte : warme lucht is lichter en stijgt naar boven. Stratifiëring wordt nog in de hand gewerkt bij convectieve verwarming.
Stratifiëring kan er zijn bij totale afwezigheid van lekken of in-/exfiltratie.
Die heeft dus idd. niets met in- en exfiltratie te maken.

Nu n50 <3(/h) :
Dat is de gewenste bovengrens voor balansventilatie hetzij voor mechanische toe- en afvoer in het algemeen.
Met wtw is voor woningen de aanbeveling vaak n50 < 1.
De meeste bronnen en documenten noemen 3 m3/h/m²vloer als bovengrens, wat bij woningen (netto verdiepingshoogte ca 2,6 m.) overeenkomt met 3/2,6 = 1,15/h.

Een gemeten n50 moet men door 15 à 30 delen om (naar gelang van gemiddeld heersende windsnelheid) iets te hebben dat met de daarbij ontstane loodrechte winddruk overeenkomt en dat in onze streken dan n10 is hetzij bij 10 Pa voor loodrechte winddruk bij 4 m/s.
Gewoonlijk wordt gedeeld door 20.
n50 = 3 betekent dus op het luchtvolume een infiltratievoud van 0,15/h, zonder correctie van een site en shielding coëfficiënt.

EPB rekent bij ontstentenis (= geen luchtdichtheidstest verricht) met V50/At = 12 m³/h/(m² totale verliesopp.)
Bij deling door Vewp is V50/Vepw de op Vepw betrokken n50 die bij onstentenis = 12 wordt genomen en, door At gedeeld, de 'luchtdoorlatendheid' van de gebouwschil is bij 50 Pa.

Voilà, dat is dus in 't lang en breed de achterliggende uitleg en de verbanden die waar zijn (maar hier al eerder als onwaar of als halve waarheid werden afgedaan).

Er wordt dan in de EPB nog vermenigvuldigd met 0,04 hetzij gedeeld door 25, om over te gaan naar n10 bij 10Pa.
Die 25 (ipv 20) is omdat V50 (test of geen test) betrokken is op netto luchtvolume terwijl in de EPB alles betrokken is op beschermd volume Vepw (met buitenmaten).
Bij woningen is het netto luchtvolume ca. 0,8 * Vepw, zodat ze in EPB dus eigenlijk n50 ook delen door 20, de normale deler om van n50 naar n10 te gaan.

PHP rekent met infiltratie à 0,042/h x netto luchtvolume en betekent 0,042/0,6 dus dat men n50 deelt door 14,3 hetzij de kleinste (=strengste) deler.
x 20 zou dus 0,84/h i.p.v. 0,6/h geven als je PHP op dezelfde voet met de rest zou zetten.
Dat is dus niet zoveel onder die bovengrens n50<1(/h) als aanbeveling in geval van wtw op balansventilatie.
Maar misschien is in die 0,042 al een site + shielding coëfficiënt verrekend; dat weet ik niet.

Enige links volgen apart.

Rik

Rik,
Laten we de draad terug opnemen na uw bericht van 31/08. Ik wist niet dat n50 door een factor 20 à 25 wordt gedeeld om het infiltratiedebiet bij 10 Pa (3 Beaufort) te vinden.Weet gij hoe men daaraan is gekomen? Dit komt wel grotendeels overeen met mijn inzicht omtrent deze kwestie:
1. Volgens grafiek van Renson wordt het infiltratiedebiet bij 50 Pa gedeeld door een factor 2,5 om van 50 naar 10 Pa te gaan, en met een factor 5 om naar 2 Pa te gaan.
2. De wind blaast op slechts één gevel van de vier. Dan maak ik abstractie van de lucht die doorheen de zolder gaat zonder in de woonvertrekken te komen, maar die bij de blowerdoorproef wel door de voordeur wordt weggezogen.
3. Als er een drukverschil van 10 Pa heerst, dan heeft men een overdruk in het huis nodig om de infiltratielucht ook naar buiten te duwen. Reductiefactor wellicht 2. Ik maak ook abstractie van aanzuigkracht langs schouwen of op de tegenovergestelde gevel.
Totale reductiefactor: 2,5 x 4 x 2 = 20
Gij geeft de waarde van 12 m³/h/m² verliesoppervlak die de EPB bij ontstentenis hanteert. Als mijn berekeningen voor mijn huis juist zijn kom ik aan een waarde van n50 = 7V. Weet gij of dit juist is?
Wij kunnen de infiltratiedebieten berekenen bij verschillende waarden van n50 voor een typehuis van 150 m² (390 m³) waar met een normdebiet Q = 240 m³/h moet worden geventileerd.
n50 = 7V: Infiltratiedebiet = 136,5 m³/h = 0,57 Q
n50 = 3V: Infiltratiedebiet = 58,5 m³/h = 0,24 Q
n50 = 1,5V: Infiltratiedebiet = 29,2 m³/h = 0,12 Q
n50 = 1V: Infiltratiedebiet = 19,5 m³/h = 0,08 Q
Dit infiltratiedebiet heeft schijnbaar hetzelfde effect als zou het fictief rendement van de wtw met dezelfde percenten verminderen.
Welnu, bij een nachttemperatuur van 3° is de temperatuur van de niet-verwarmde slaapkamer 's morgens toch even hoog als in de niet meer verwarmde living (19° à 20°). De vloerverwarming werkt tussen 16h en 18h, maar niet wanneer er veel zon is. Tijdens de koude nachten zakt de livingtemperatuur met 1° à 1,5°.
Hoe komt het dat de balansventilatie en de wtw perfect werken? Het is een schijnbare tegenstelling: het rendement van de wtw blijft werkelijk 90%. De infiltratielucht koelt wel de woonvertrekken af, en deze afkoeling (1° à 1,5° omwille van ongekende infiltratieverliezen en van warmteverlies langs de buitenschil) verdeelt zich verder doorheen het ganse huis. Het is een grote fout te beweren dat de balansventilatie met wtw geen zin heeft wanneer n50 te hoog is, het een heeft met het andere niets te maken. Erger nog, ik beweer dat vooral het systeem C gevoelig is aan een te hoge waarde van n50: de afzuigventilator zorgt voor een onderdruk die het nog gemakkelijker maakt voor de infiltratie. De reductiefactor zou hier misschien zelfs maar 10 mogen zijn in plaats van 20!
En gelijk ik reeds beweerd heb kan de gekoppelde werking van twee ventilatoren met (ongeveer) gelijk debiet er soms voor zorgen dat de infiltratie tegengewerkt wordt door de basisdruk hoger te houden dan de statische buitendruk.

Pierre,

"...dat n50 door een factor 20 à 25 wordt gedeeld om het infiltratiedebiet bij 10 Pa (3 Beaufort) te vinden.Weet gij hoe men daaraan is gekomen?" :

Dat is gewoon de drukwet ; zoek op dit forum "Sherman", en in die draad staat het.

Nu jouw daarmee grotendeels overeenkomend inzicht omtrent :
1. Volgens grafiek van Renson (die ken ik dan weer niet)
wordt het infiltratiedebiet bij 50 Pa gedeeld door een factor 2,5 om van 50 naar 10 Pa te gaan, en met een factor 5 om naar 2 Pa te gaan.
Ben je zeker dat dit uitsluitend over infiltratie gaat ?

2. De wind blaast op slechts één gevel van de vier. Dan maak ik abstractie van de lucht die doorheen de zolder gaat zonder in de woonvertrekken te komen, maar die bij de blowerdoorproef wel door de voordeur wordt weggezogen.
Correct, en als de wind op 2 van de 4 gevels blaast dan is dat op géén van die twee loodrecht.

3. Als er een drukverschil van 10 Pa heerst, dan heeft men een overdruk in het huis nodig om de infiltratielucht ook naar buiten te duwen. Reductiefactor wellicht 2. Ik maak ook abstractie van aanzuigkracht langs schouwen of op de tegenovergestelde gevel.
Totale reductiefactor: 2,5 x 4 x 2 = 20
Gij geeft de waarde van 12 m³/h/m² verliesoppervlak die de EPB bij ontstentenis hanteert. Als mijn berekeningen voor mijn huis juist zijn kom ik aan een waarde van n50 = 7V. Weet gij of dit juist is?

Pierre, n50 komt toch uit de meting voort ? , en dan snap ik deze redenering niet goed.

Maar in die veronderstelling, kan ik de rest van je redenering volgen, waar je dan zegt "Dit infiltratiedebiet heeft schijnbaar hetzelfde effect als zou het fictief rendement van de wtw met dezelfde percenten verminderen." en allicht bedoelt : als het infiltratiedebiet toeneemt.

Je vraagt je dan af (maar weet het) "Hoe komt het dat de balansventilatie en de wtw perfect werken? Het is een schijnbare tegenstelling: het rendement van de wtw blijft werkelijk 90%. De infiltratielucht koelt wel de woonvertrekken af, en deze afkoeling (1° à 1,5° omwille van ongekende infiltratieverliezen en van warmteverlies langs de buitenschil) verdeelt zich verder doorheen het ganse huis."

Waar je stelt : "Het is een grote fout te beweren dat de balansventilatie met wtw geen zin heeft wanneer n50 te hoog is, het een heeft met het andere niets te maken." is dat niet helemaal waar. De balansventilatie met wtw heeft nog zin, maar steeds minder omdat een groot stuk van het infiltratiedeel naast de wtw loopt. Het wtw rendement is het globale rendement op het mechanisch (balans)debiet, en de afkoeling door het infiltratie maakt dat dit globale rendement NIET gelijk blijft.

Aangaande "ik beweer dat vooral het systeem C gevoelig is aan een te hoge waarde van n50: de afzuigventilator zorgt voor een onderdruk die het nog gemakkelijker maakt voor de infiltratie. De reductiefactor zou hier misschien zelfs maar 10 mogen zijn in plaats van 20! " loopt mijn mening gelijk met de jouwe, maar vanuit een wat andere opvatting :
In het werkingsdebiet van een ventilator sys C is de infiltratie in wezen begrepen, en die moet niet meer bovenop het mechanisch debiet worden bijgeteld. Daar is de EPB grondig verkeerd in. De infiltratie moet er enkel worden bijgeteld voor de tijd dat de ventilator afgeschakeld wordt. Maar bij sys C+ moet er dus ook tijdens de werking (bij tijden verminderd qua debiet) weer een stukje infiltratie bijkomen.
En daar wou je allicht naartoe !

En iedereen met wat verstand daarover doet zoals je reeds beweerd hebt (behalve de balansfreaken) : "de gekoppelde werking van twee ventilatoren met (ongeveer) gelijk debiet kan er voor zorgen dat de infiltratie tegengewerkt wordt door de basisdruk hoger te houden dan de statische buitendruk."

Waar kom ik je soms eens tegen ?
We moeten dan maar eens een pint gaan drinken.

Rik

Beste Rik,
Ik ben gisterenavond te voortvarend geweest met mijn bewering dat de n50 meer invloed heeft bij systeem C. De werkelijkheid is ingewikkelder: alles hangt ervan af welk soort extractieventilator wordt ingezet.
De huidige tendens gaat naar gelijkstroomventilatoren met 3 op voorhand vastgelegde instellingen. Maar dan nog heeft men de keuze bij het bepalen van de helling van de werkingscurve.
1. De meest logische keuze zou zijn om een zeer steile helling te voorzien, gelijk als bij de balansventilatie. De verschillende debieten blijven dan plusminus onveranderd, ongeacht de weerstand in het huis of aan de zichzelfregelende inlaatkleppen, en ook bij grote door de wind veroorzaakte overdruk. Hier speelt de n50 absoluut geen rol, want gelijk ge zegt is het infiltratiedebiet reeds in het totale debiet inbegrepen (wel allemaal verloren calorieën). Maar wanneer men zulke ventilator in het systeem C+ zou willen inpassen, dan moet men noodzakelijkerwijze de snelheid van de ventilator aanpassen aan het gevraagd debiet in toilet en/of badkamer. Als ge dat niet doet zal de ventilator trachten zijn debiet te bestendigen, maar wel tegen een hogere weerstand in. In plaats van energie uit te sparen zou men meer energie verbruiken.
2. De gemakkelijkste oplossing is een klassieke werkingscurve, dus met een minder steile helling. Maar bij sterkere wind heerst er een dynamische overdruk op de gevel die tot 50 Pa bij 5 Beaufort kan gaan. Als men over zelfregelende kleppen beschikt is dit zogezegd geen probleem: deze 50 Pa worden in de kleppen opgevangen. Maar het infiltratiedebiet kan men niet smoren. Een deel van de overdruk zal dienen om meer infiltratielucht binnen te duwen, en het andere gedeelte helpt de ventilator om de weerstand in de schouw en in de leidingen te overwinnen. De opvoerhoogte door de ventilator geleverd vermindert, en op een minder steile werkingscurve wordt er een nieuw evenwichtpunt gezocht bij een hoger debiet. Er komt hier dus wel infiltratielucht bij.
Het omgekeerde doet zich voor bij systeem C+. Aan de hand van deze helling kan men dan bij C+ uitzoeken met hoeveel m³ het debiet zal verminderen wanneer de weerstand verhoogt. De opvoerhoogte in het badkamercircuit (hogere weerstand, kleiner debiet) zal gelijk moeten zijn aan de opvoerhoogte in het keukencircuit (gelijke weerstand, hoger debiet. En de som van de debieten moet de opvoerhoogte snijden op de bij veronderstelling enige en vast ingestelde werkingscurve.
Je sprak over vochtgevoelige sensoren. Deze zitten ook in een Orcon balansventlatie, maar het schijnt dat deze nooit werken omdat er relatief te weinig vochtige lucht bij de ventilator aankomt. Bij systeem C+ blijft het gelijk op wat de smoring in de badkamer reageert, het blijft in elk geval een smoring. In de kolenmijnen wist men dat goed genoeg: om in een bepaalde ondergrondse werkplaats meer lucht te laten doorgaan, moest men andere parallele werkplaatsen smoren.
Het zou wel kunnen dat sommige huidige technische ontwikkelingen in de constructie van gelijkstroomventilatoren gedeeltelijk aan deze problemen zouden tegemoet komen.
Met plezier zou ik wel willen afspreken om samen een pint te gaan drinken, bijvoorbeeld op de Oude Markt te Leuven.

Beste Pierre,

Ik ben niet die specialist, maar kan je in 1 en 2 volgen.
Ook ik blijf zitten met vragen over C+.
A propos over koolmijnen, zegt CONTAM je iets ? Schijnt voor de UG het simulatieprogramma te zijn geweest dat de trucs heeft opgeleverd.
31 oktober op de Leuvense Oude Markt. Zie mail waarom.

Rik

Beste Rik,
Gedurende een tiental dagen is het energieforum bij mij niet bereikbaar geweest. Ik heb intussen de bijlagen bij de EPB-berekening gevonden en bestudeerd. Ik versta er niets van hoe het "bewust ventilatiedebiet" wordt berekend.
Ik ken CONTAM niet. Ik moet zeggen dat computermodellen niet mijn sterke zijde zijn: ik heb alle ventilatieberekeningen voor de kolenmijn van Beringen nog met de rekenlat gemaakt!
Vrijdag 31 oktober om bijvorbeeld 14h30 in cafe Ambiorix op de Oude Markt zou me wel gaan. Ik zie niet waar ik uw mail moet zoeken.

Beste Pierre,

Geen mens die er wat van weet kan begrijpen waarom ze in de EPB dat "bewust ventilatiedebiet" zo hebben bepaald en vooral daar bovenop dan nog een infiltratiedebiet voegen, wat bij systeem A, B en C totaal geen zin heeft.

Overigens tot vrijdag (zie mail nu zonder puntje tussen).

Rik

Ik heb onlangs een WTW systeem van vaillant gekocht, recovair 275.
Heb het in Nederland moeten gaan halen vermits het in Nederland niet verdeeld wordt.
Is nog niet geïnstalleerd dus ik kan niet zeggen of het goed is of niet, maar ik heb het gekozen omdat het een aluminium warmetwisselaar heeft. De prijs valt heel goed mee : 1550 euro incl btw.
Op de hoogste stand maakt het ding behoorlijk lawaai en ik ben benieuwd hoe veel daar van over blijft na installatie van de dempers.

Beste Rik,
De voorbije koude dagen hebben toegelaten enkele interessante waarnemingen te maken. De verwarmng draaide elke dag vanaf 15 uur gedurende 3 à 4 uren. 's Nachts zakte de t° van 20,5° à 20° naar 18,5° à 18°, eerst snel later trager tot een stabilisatie. Op dat ogenblik trad er een evenwicht op tussen de kamertemperatuur en de t° in de muren. We waren wel uit deze (zomer)reserve aan het putten.
De slaapkamer en hal zijn niet verwarmd. De t° in de slaapkamer blijft goed constant rond 18,5° en 19°, (goede werking van de wtw). In de hal zakte de t° naar 17°.
Mogelijke uitleg: In de living en de aanpalende open keuken heerst er een lichte overdruk, nodig om de overtollige lucht langs de deurspleet naar de hal te stuwen. De afzuiging gebeurt langs de inpandige WC en langs de berging en de badkamer die aan een buitenmuur palen. Hier zal er een lichte onderdruk heersen, nodig om de lucht onder de deurspleet door aan te zuigen. In de hal heerst er een druk ergens tussen beiden in. Er zal daar een infiltratie optreden die de t° naar 17° doet zakken. Een berekening van de warmte-inhoud van deze luchtstromen schijnt uit te wijzen dat het hier slechts om enkele m³/h gaat. De badkamer ligt in het verlengde van de slaapkamer, maar de infiltratie is er omwille van de verwarming niet te berekenen. De t° zakt er tot 18°, gemakkelijk op te lossen door gedurende 10 minuten een elektrische warmteblazer te laten werken (0,33 kWh elke koude dag).
Ik ben geneigd hieruit te besluiten dat in moderne klassiek gebouwde woningen het probleem van de infiltratie en luchtdichtheid fel zijn overtrokken.

Pierre,

Uit wat je beschrijft (wat overigens naar de verwachtingen is) ben je geneigd te besluiten "dat in moderne klassiek gebouwde woningen het probleem van de infiltratie en luchtdichtheid fel zijn overtrokken".

Dat zal kloppen als het met die luchtdichtheid meevalt.
Dan worden inderdaad de interne lucht- èn warmtestromen vrij goed voorspelbaar, zodat zich voor doet wat je beschrijft.
Het eerst snel zakken van de binnentemperatuur ligt aan de vensters die nauwelijks enige thermische capaciteit hebben, en het daarna trager afkoelen ligt aan het terugstropen van warmte die in de opake muren opgeslagen zit.

Rik