Waarom is de waterfactuur zo hoog?

Erik Grietens werkt al 19 jaar voor Bond Beter Leefmilieu en bouwde in die tijd een ruime expertise op over ruimtelijke ordening. Hij is ook auteur van het boek Vlaanderen in de knoop dat een uitweg beschrijft uit de ruimtelijke wanorde.

De afgelopen tien jaar verdubbelde de waterfactuur voor een gemiddeld Vlaams gezin. En als de nieuwe tariefplannen van de watermaatschappijen worden goedgekeurd, zullen de prijzen de volgende jaren verder stijgen. De ruimtelijke wanorde met veel lintbebouwing en verspreide verkavelingen, ligt mee aan de basis van die hogere facturen. 

Duur water door dure riolering

Via de waterfactuur betalen we voor drinkwater, maar ook voor de afvoer via rioleringen en voor de zuivering in waterzuiveringsstations. Om de Europese doelstellingen voor waterkwaliteit te halen, moeten we nog fors investeren in bijkomende rioleringen. In Vlaanderen behaalt immers geen énkele waterloop een goede kwaliteit, zoals Europa vraagt. De gebrekkige riolerings- en zuiveringsgraad ligt hier mee aan de basis, samen met de overbemesting door landbouw.

Vooral in meer landelijke gemeenten is de achterstand in het aanleggen van rioleringen groot. In onze steden is meer dan 90% van de woningen aangesloten op riolering en waterzuivering. In heel wat landelijke gemeenten is nog niet de helft van de woningen aangesloten. Dat zal Vlaanderen nog veel geld kosten. De Vlaamse Milieumaatschappij schat de kosten voor de riolen in het buitengebied in op 3,6 miljard euro. 

Riolering aanleggen kost ongeveer 1.000 euro per lopende meter

Die enorme kosten hangen voor een groot deel samen met ons gebrek aan ruimtelijke ordening. Riolering aanleggen kost ongeveer 1.000 euro per lopende meter. Door de vele lintbebouwing en verspreide verkavelingen in het buitengebied moeten enorme meerkosten gemaakt worden om rioleringen aan te leggen, aangezien dat over veel grotere afstanden moet. In steden met een compacte bebouwing liggen die kosten een pak lager. 

We betalen de ruimtelijke wanorde cash

In woonlinten is een afstand van 20 meter per woning niet uitzonderlijk, waardoor 100 meter riolering slechts een vijftal woningen bedient, terwijl in een straat met aaneengesloten rijhuizen over dezelfde lengte tot zestien huishoudens aangesloten kunnen worden. Bij appartementsblokken is het verschil nog veel groter. Er is bijgevolg in woonlinten veel meer infrastructuur nodig voor een aansluiting. Voor een woning in lintbebouwing bedragen de meerkosten ongeveer 10.000 euro per aansluiting ten opzichte van een woning in de bebouwde kom. Voor heel Vlaanderen zou het gaan om een meerkost van ongeveer 1,8 miljard. We betalen ons gebrek aan ruimtelijke ordening cash aan riolering.