Van klein naar groot: drie vormen van energiedelen

Steeds meer burgers, scholen, organisaties, lokale besturen en kmo’s zijn gemotiveerd om een actieve rol te spelen op de energiemarkt. Ze willen energie produceren, en hebben zo zeggenschap over hun energie en zijn minder afhankelijk van buitenlandse of vervuilende stroom. Aan de andere kant heb je ook een grote groep mensen die graag wil graag participeren. Appartementsbewoners bijvoorbeeld. Maar zij vinden moeilijk opties omdat ze afhankelijk zijn van anderen of worstelen met de wetgeving. 'Energiedelen' biedt een oplossing.



De energietransitie is zich volop aan het realiseren. Fossiele energiebronnen maken plaats voor schone en hernieuwbare energie. Warmtepompen en zonnepanelen zijn gemeengoed geworden, en ook andere technologische innovaties zijn nauwelijks bij te houden. Maar vaak hinkt de wetgeving nog achterop, en is het een rem op een snelle uitrol.

De manier waarop onze energiefactuur nu vormgegeven is,  is bijvoorbeeld nadelig voor bezitters van een warmtepomp. Appartementsbewoners slagen er maar moeizaam in om hun dak vol te leggen met zonnepanelen. En ook blijft heel wat dakoppervlakte onbenut, omdat Vlamingen hun PV-installatie dimensioneren in functie van hun eigen verbruik. Jammer, want we zouden heel wat meer kunnen doen. 

Energiedelen maakt al veel mogelijk. Vanaf 2022 is het in Vlaanderen een realiteit. Maar wat is energiedelen precies? En welke vormen bestaan er? We lijsten ze op, van persoon tot persoon tot heuse hernieuwbare-energiegemeenschappen. 

Lees meer over energiegemeenschappen

1. Persoon-aan-persoonverkoop

Iedereen met zonnepanelen op het dak staat voor de wetgever bekend als een ‘actieve afnemer.’ Een actieve afnemer neemt niet gewoon energie af van het net, maar produceert zelf ook energie. De regelgeving rond energiedelen laat nu ook toe dat die actieve afnemer de 'overschot' van de energieproductie rechtstreeks aan een andere persoon verkoopt. Aan een buur, vriendin of familielid bijvoorbeeld. Dat heet persoon-aan-persoonverkoop of ‘peer-to-peerhandel.’ Gratis wegschenken mag ook.

Op die manier ontstaan er voor bewoners of gebruikers van collectieve gebouwen (appartementsgebouwen, kantoorcomplexen of loodsen) nieuwe mogelijkheden. Zij kunnen gezamenlijk investeren in zonnepanelen op het dak van het gebouw en als actieve afnemers de opgewekte energie delen, onder elkaar. Dat was voordien niet interessant omdat de opbrengst van de installatie voor een specifieke bewoner was, of alleen voor de gemeenschappelijke delen van het appartementsgebouw kon dienen. Andere bewoners hadden daar weinig baat bij. Door de energie te delen, wint iedereen met een installatie op het dak. 

Aan “actieve afnemers” worden weinig voorwaarden opgelegd. In principe kan iedereen die aangesloten is op het distributienet een actieve afnemer zijn. Dat kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn, van burgers tot lokale overheden, en van kmo’s tot grote ondernemingen. 

2. Energiegemeenschap van burgers

Een stap verder dan 'persoon-aan-persoonverkoop' is een ‘energiegemeenschap van burgers.’ Dat is een groep actieve afnemers die samen een vennootschap oprichten om energie te produceren, zelf te verbruiken, op te slaan, te verkopen, of om oplaaddiensten voor elektrische voertuigen aan te bieden. Ook wordt het mogelijk om de energie die binnen de energiegemeenschap geproduceerd wordt, te delen onder de leden van de energiegemeenschap.

Belangrijk om te weten: in een energiegemeenschap hebben burgers, lokale overheden en kleine ondernemingen de touwtjes in handen. Grote ondernemingen of kmo’s hebben geen zeggenschap. Ze zijn ook verplicht om een ecologisch, sociaal of economisch (voor hun leden of de regio waar ze actief zijn) doel na te streven. Het maken van winst is dus steeds van ondergeschikt belang. 

3. Hernieuwbare-energiegemeenschap

Nog een stapje verder? Dan zitten we bij een ‘hernieuwbare-energiegemeenschap.’ Dat is een energiegemeenschap van burgers die uitsluitend actief is rond hernieuwbare energie. Ook hier beperkt het lidmaatschap en het zeggenschap zich tot burgers, lokale overheden of kleine ondernemingen. Wat wel anders is dan in ‘energiegemeenschap van burgers,’ is dat de hernieuwbare-energiegemeenschap zélf de eigenaar is van de installaties die gebruikt worden. In een klassiekere ‘energiegemeenschap van burgers’ is dat niet zo.

Aan de hernieuwbare-energiegemeenschappen worden nog andere voorwaarden opgelegd. Zo moeten ze de grenzen van hun werking bepalen in functie van de activiteiten die ze willen uitoefenen, en zijn ze verplicht een overeenkomst af te sluiten met hun leden en zich te melden bij de VREG (Vlaamse energieregulator). Op de website van VREG vind je meer informatie over de voorwaarden waaraan voldaan moet worden.  Op de website van Fluvius vind je dan weer meer praktische informatie over energiedelen en persoon-aan-persoonverkoop.

Een voorbeeld van een hernieuwbare energiegemeenschappen zijn energiecoöperaties. Ze hebben heel wat te bieden. Ontdek de voordelen!

Dit artikel is mogelijk gemaakt door steun van het Fonds Duurzaam Materialen- en Energiebeheer, beheerd door de Koning Boudewijnstichting.